Dit document pleit voor een andere benadering van gebiedsontwikkeling, specifiek rond een stationsgebied, waarbij de stem van de natuur centraal komt te staan in plaats van enkel ‘natuur inclusief’ te denken. Er wordt benadrukt dat bouwgebieden vaak al bestaande levensgemeenschappen van planten en dieren bevatten en dat de ecologische waarde grensoverschrijdend is, wat robuuste ecologische verbindingen essentieel maakt voor het overleven van soorten. In plaats van te vertrouwen op onzekere natuurcompensatie, stelt men in het document optimalisatie van de natuurwaarden binnen het ontwikkelingsgebied voor, waarbij gestreefd wordt naar een verbetering van de huidige staat. Het uiteindelijke doel is een ontwikkeling die niet ten koste gaat van natuur en landschap, maar juist bijdraagt aan een toekomstbestendig gebied met behoud van zijn unieke DNA, met aandacht voor natuurkwantiteit, natuurkwaliteit, ecologische verbindingen, continuïteit en natuurinclusieve woningbouw.